Différences entre versions de « Conjugaison du verbe "mogen" (pouvoir) »

De MultiGram
Ligne 25 : Ligne 25 :
 
   
 
   
 
  ''Zou ik vanavond '''mogen''' uitgaan?''
 
  ''Zou ik vanavond '''mogen''' uitgaan?''
Est-ce que je pourrais sortir ce soir ?
+
Est-ce que je pourrais sortir ce soir ?
  
 
  ''Hij '''mocht''' van de dokter niet meer roken of drinken.''
 
  ''Hij '''mocht''' van de dokter niet meer roken of drinken.''

Version du 26 janvier 2015 à 15:38

Conjugaison de l'auxiliaire "mogen"
Présent Passé
Singulier Pluriel Singulier Pluriel
   Ik    mag    Wij / we        mogen    Ik    mocht        Wij / we       mochten   
   Jij / je    mag    Jullie    moogt / mogen (*)       Jij / je    mocht    Jullie    mochten
   U    moogt / mag (*)       U    moogt / mag (*)    U    mocht    U    mocht
   Hij / Zij / Het       mag    Zij / ze    mogen    Hij / Zij / Het       mocht    Zij / ze    mochten

(*) Les formes "jullie mogen" et "U mag" sont plus familières que "jullie / U moogt".

Mag ik jouw pen even lenen ?
Puis-je emprunter ton stylo un instant ?

Zou ik vanavond mogen uitgaan?
Est-ce que je pourrais sortir ce soir ?
Hij mocht van de dokter niet meer roken of drinken.
Sur l'avis du médecin, il ne pouvait plus ni fumer ni boire.