Différences entre versions de « Relatif adverbial »

De MultiGram
Ligne 1 : Ligne 1 :
{{#section-h:Pronom adverbial|"er" et "waar" + préposition}}
+
Remarques sur le  '''relatif adverbial [[Waar+préposition|''waar'' + préposition]]''' :<br>
 +
===Il peut être scindé en deux parties===
 +
''Dat is de bus '''waarop''' wij wachtten / '''waar''' we '''op''' wachtten''.
 +
C'est le bus que nous attendions.
 +
 +
''Het meisje '''waar''' hij '''van''' droomt / '''waarvan''' hij droomt.''
 +
La fille à qui il rêve.
 +
 +
''Het werk '''waarvoor''' ik nooit betaald werd.''
 +
Le travail pour lequel je n'ai jamais été rémunéré.
 +
 
 +
===Certaines prépositions changent de forme===
 +
'''met''' -> '''mee''' 
 +
''Dat is toch iets '''waarmee''' je rekening moet houden.''
 +
C'est une chose dont tu dois tenir compte.
 +
'''tot''' -> '''toe'''
 +
''De klas '''waartoe''' hij behoort.''
 +
La classe à laquelle il appartient.
 +
'''naar''' -> '''naartoe''' (UNIQUEMENT dans le cas d'une '''direction''')
 +
Ik zou graag meekomen naar naar dat concert  '''waar''' jullie '''naartoe''' gaan''
 +
J'aimerais bien vous accompagner à ce concert où vous allez.
 +
'''mais :'''
 +
''Ik heb heel wat cd's '''waar''' ik graag '''naar''' luister''
 +
J'ai pas mal de CDs que j'aime bien écouter.
 +
'''van''' -> '''vandaan''' (UNIQUEMENT dans le cas d'une '''origine''')
 +
''Brussel ? Dat is de stad '''waar''' hij '''vandaan''' komt.''
 +
Bruxelles ?  C'est la ville d'où il vient.
 +
'''mais :'''
 +
''Ik koop dikwijls de groenten '''waar''' hij  '''van''' houdt.''
 +
J'achète souvent les légumes qu'il aime.
 +
 
 +
===exceptions===
 +
Les prépositions ''volgens, tijdens, gedurende, zonder, ondanks, sinds, wegens, namens, aangaande, behoudens, blijkens, gezien, ingevolge, krachtens'' ne forment pas de [[pronom relatif|relatif]] avec '''waar-''' (''<strike>waartijdens, waarondanks, waaringevolge</strike>,...'') sauf (rarement) ''waarzonder'' : les relatifs se forment avec  '''préposition + [[Pronom relatif|''wie'' ou ''hetwelk/welke'']] ''' (= plus formel) en deux mots:
 +
 
 +
''De redder '''volgens wie''' men hier niet mag baden.''
 +
Le sauveteur selon lequel il est interdit de se baigner ici.
 +
 +
''Het concert '''gedurende hetwelk''' de zanger flauwviel, was niet zeer geslaagd.''
 +
Le concert durant lequel le chanteur s'est évanoui, n'était pas un succès.
 +
 +
''De revolutie '''tijdens''' '''welke''' zo veel tegenstanders van het bewind spoorloos verdwenen.''
 +
La révolution pendant laquelle tant d'opposants au régime disparurent sans trace.
 +
 +
''De liefde '''waarzonder''' ik niet kan leven.''
 +
L'amour sans lequel je ne peux pas vivre.
 +
 +
''De beurs '''zonder welke''' ik nooit mijn diploma behaald zou hebben''.
 +
La bourse sans laquelle je n'aurais jamais obtenu mon diplôme.
  
 
[[Catégorie:Parties du discours]]
 
[[Catégorie:Parties du discours]]

Version du 23 avril 2015 à 16:15

Remarques sur le relatif adverbial waar + préposition :

Il peut être scindé en deux parties

Dat is de bus waarop wij wachtten / waar we op wachtten.
C'est le bus que nous attendions.

Het meisje waar hij van droomt / waarvan hij droomt.
La fille à qui il rêve.

Het werk waarvoor ik nooit betaald werd.
Le travail pour lequel je n'ai jamais été rémunéré.

Certaines prépositions changent de forme

met -> mee 

Dat is toch iets waarmee je rekening moet houden.
C'est une chose dont tu dois tenir compte.

tot -> toe

De klas waartoe hij behoort.
La classe à laquelle il appartient.

naar -> naartoe (UNIQUEMENT dans le cas d'une direction)

Ik zou graag meekomen naar naar dat concert  waar jullie naartoe gaan
J'aimerais bien vous accompagner à ce concert où vous allez.

mais :

Ik heb heel wat cd's waar ik graag naar luister
J'ai pas mal de CDs que j'aime bien écouter.

van -> vandaan (UNIQUEMENT dans le cas d'une origine)

Brussel ? Dat is de stad waar hij vandaan komt.
Bruxelles ?  C'est la ville d'où il vient.

mais :

Ik koop dikwijls de groenten waar hij  van houdt.
J'achète souvent les légumes qu'il aime.

exceptions

Les prépositions volgens, tijdens, gedurende, zonder, ondanks, sinds, wegens, namens, aangaande, behoudens, blijkens, gezien, ingevolge, krachtens ne forment pas de relatif avec waar- (waartijdens, waarondanks, waaringevolge,...) sauf (rarement) waarzonder : les relatifs se forment avec préposition + wie ou hetwelk/welke (= plus formel) en deux mots:

De redder volgens wie men hier niet mag baden.
Le sauveteur selon lequel il est interdit de se baigner ici.

Het concert gedurende hetwelk de zanger flauwviel, was niet zeer geslaagd.
Le concert durant lequel le chanteur s'est évanoui, n'était pas un succès.

De revolutie tijdens welke zo veel tegenstanders van het bewind spoorloos verdwenen.
La révolution pendant laquelle tant d'opposants au régime disparurent sans trace.

De liefde waarzonder ik niet kan leven.
L'amour sans lequel je ne peux pas vivre.

De beurs zonder welke ik nooit mijn diploma behaald zou hebben.
La bourse sans laquelle je n'aurais jamais obtenu mon diplôme.