Relatif adverbial

De MultiGram

Remarques sur les relatifs adverbiaux er + préposition et waar + préposition :

Il peut être scindé en deux parties

Dat is de bus waarop wij wachtten / waar we op wachtten.  Wij wachtten er al lang op.
C'est le bus que nous attendions.  Nous l'attendions depuis longtemps.

Het meisje waar hij van droomt / waarvan hij droomt.  Hij droomt er elke nacht van.  
La fille à qui il rêve.  Il en rêve chaque nuit.

Het werk waarvoor ik nooit betaald werd.  Ik heb er nooit een cent voor gekregen.
Le travail pour lequel je n'ai jamais été rémunéré.  Il ne m'a jamais rapporté un centime.

Certaines prépositions changent de forme

met -> mee 

Dat is toch iets waarmee je rekening moet houden.  Houd er maar rekening mee.
C'est une chose dont tu dois tenir compte.  Tiens-en compte.

tot -> toe

De klas waartoe hij behoort.  Hij behoort er al een tijdje toe.
La classe à laquelle il appartient.  Il y appartient déjà depuis un bout de temps.

naar -> naartoe (UNIQUEMENT dans le cas d'une direction)

Ik zou graag meekomen naar naar dat concert  waar jullie naartoe gaan  Wanneer gaan jullie er heen / er naartoe ?.  
J'aimerais bien vous accompagner à ce concert où vous allez.  Quand y allez-vous ?

mais :

Ik heb heel wat cd's waar ik graag naar luister.  Ik luister er dagelijks naar.
J'ai pas mal de CDs que j'aime bien écouter.  Je les écoute tous les jours.

van -> vandaan (UNIQUEMENT dans le cas d'une origine)

Brussel ? Dat is de stad waar hij vandaan komt.
Bruxelles ?  C'est la ville d'où il vient.

mais :

Ik koop dikwijls de koekjes waar hij  van houdt.  Hij smult ervan.
J'achète souvent les biscuits dont il est friand.  Il en raffole.

exceptions

Les prépositions volgens, tijdens, gedurende, zonder, ondanks, sinds, wegens, namens, aangaande, behoudens, blijkens, gezien, ingevolge, krachtens ne forment pas de relatif en un mot avec waar- (waartijdens, waarondanks, waaringevolge,...) sauf (très rarement) waarzonder et waarvolgens : les relatifs se forment avec préposition + pronom relatif : wie (pour les personnes) ou préposition + hetwelk/welke, dewelke (pour les choses) (= plus formel), chaque fois en deux mots:

De redder volgens wie men hier niet mag baden.
Le sauveteur selon lequel il est interdit de se baigner ici.

De legende waarvolgens het graf vol bloemen werd teruggevonden.
La légende selon laquelle le tombeau aurait été retrouvé plein de fleurs.

Het concert gedurende hetwelk de zanger flauwviel, was niet zeer geslaagd.
Le concert durant lequel le chanteur s'est évanoui, n'était pas un succès.

De revolutie tijdens welke zo veel tegenstanders van het bewind spoorloos verdwenen.
La révolution pendant laquelle tant d'opposants au régime disparurent sans trace.

De liefde waarzonder ik niet kan leven.
L'amour sans lequel je ne peux pas vivre.

De beurs zonder welke ik nooit mijn diploma behaald zou hebben.
La bourse sans laquelle je n'aurais jamais obtenu mon diplôme.