Différences entre versions de « Conjugaison du verbe "mogen" (pouvoir) »

De MultiGram
m (Jpvannop a déplacé la page Conjugaison du verbe "Mogen" (pouvoir) vers Conjugaison du verbe "mogen" (pouvoir) sans laisser de redirection)
(Aucune différence)

Version du 24 mars 2014 à 19:23

Conjugaison de l'auxiliaire "mogen"
Présent Passé
Singulier Pluriel Singulier Pluriel
   Ik    mag    Wij / we        mogen    Ik    mocht        Wij / we       mochten   
   Jij / je    mag    Jullie    moogt / mogen (*)       Jij / je    mocht    Jullie    mochten
   U    moogt / mag (*)       U    moogt / mag (*)    U    mocht    U    mocht
   Hij / Zij / Het       mag    Zij / ze    mogen    Hij / Zij / Het       mocht    Zij / ze    mochten

(*) Les formes "jullie mogen" et "U mag" sont plus familières que "jullie / U moogt".