Différences entre versions de « Ouvertures »

De MultiGram
(correction (Pauwels))
Ligne 19 : Ligne 19 :
  
 
===[[Actes de langage|actes de langage]] que l'énoncé accomplit===
 
===[[Actes de langage|actes de langage]] que l'énoncé accomplit===
  '''''Ik zou duidelijk willen maken dat''' ik hiervoor geenszins verantwoordelijk ben''
+
  '''''Ik zou duidelijk willen maken dat''' ik hiervoor geenszins verantwoordelijk ben.''
 
  Je voudrais préciser que je ne suis en rien responsable de ceci.
 
  Je voudrais préciser que je ne suis en rien responsable de ceci.
 
   
 
   
  ''Deze producten '''kunnen''' in drie categorieën '''ingedeeld worden'''.''
+
  ''Deze producten '''kunnen''' in drie categorieën '''samengebracht worden'''.''
 
  On peut classer ces produits en trois catégories bien distinctes.
 
  On peut classer ces produits en trois catégories bien distinctes.
 
   
 
   

Version du 31 mars 2015 à 14:57

Fonctions Communicatives

La notion de gambit ou ouverture s'applique aux formules qui précèdent le message et le "colorent", c-à-d. en spécifient la valeur communicative. Ces ouvertures peuvent porter sur les :

modalités de production du message

telles que le caractère :

  • de sincérité : Eerlijk gezegd (= "franchement", "honnêtement"), Om je de hele waarheid te vertellen ("Pour te dire toute la vérité"), Om het vlakaf te zeggen ("Pour parler sans détours"), ...
  • de confidentialité : Tussen jou en mij ("Entre toi et moi"), In volle vertrouwen ("en toute confiance"), ...
  • personnel : Volgens mij, Naar mijn (bescheiden) mening ... ("D'après moi, à mon (humble) avis, ...")
  • de simplicité : In 't kort, in een paar woorden, om het bondig te zeggen, ... ("Bref, en quelques mots, ...")
  • le désir de ménager l'interlocuteur : Als ik het zo mag zeggen, ... ("Si vous le permettez"), Met alle eerbied, ... ("sauf votre respect"), Als ik zo vrij mag zijn, ... ("si je puis prendre la liberté, ...")

ou apporter un

commentaire sur le message lui-même

c-à-d. son caractère :

  • de vérité : Vast en zeker ("certainement"), zonder enige twijfel ("sans aucun doute"), ...
  • ou de doute quant à celle-ci : Misschien, wellicht ("peut-être"), Naar verluidt ("d'après ce que l'on prétend"), ...
  • d'évidence : Vanzelfsprekend ("de toute évidence")
  • de jugement du locuteur : Vreemd genoeg ("à la surprise générale"), Jammer genoeg ("Malheureusement"), Gelukkig ("heureusement") ...

ou encore expliciter les

actes de langage que l'énoncé accomplit

Ik zou duidelijk willen maken dat ik hiervoor geenszins verantwoordelijk ben.
Je voudrais préciser que je ne suis en rien responsable de ceci.

Deze producten kunnen in drie categorieën samengebracht worden.
On peut classer ces produits en trois catégories bien distinctes.

De mensen zullen onvermijdelijk aanvoeren dat de procedure ondemocratisch is.
Les gens vont inévitablement arguer que la procédure n'est pas démocratique.

Ik beloof dat ik er zal zijn om je te helpen met het verhuizen van je meubels.
Je promets que je serai là pour t'aider à déménager les meubles.

Syntaxe

Ces gambits peuvent prendre différentes formes grammaticales

Adverbes et groupes adverbiaux

Eigenlijk, in feite ("En fait"), Kennelijk, op 't eerste zicht ("Apparemment, à première vue"), 
Naar verluidt ("D'après les rapports / allégations"), Hopelijk ("On espère que"), ...

Subordonnées Adverbiales

Om de waarheid te zeggen / om helemaal eerlijk te zijn ("Pour te dire toute la vérité"), Als u het mij niet kwalijk neemt, ("Si ça ne vous fait rien"), 
Als ik even iets mag toevoegen ("Si je puis ajouter quelque chose"),  Tot eenieders vreugde ("Pour la plus grande joie de tous"), ...  
Zoals iedereen weet, ... ("Comme tout le monde le sait"), ...

Propositions principales

Souvent, les ouvertures prennent la forme d'une proposition principale + dat + une subordonnée adnominale explicative, sujet ou objet :

Het spreekt vanzelf dat ..., Ik twijfel er niet aan dat ...
Il va de soi que ...  Je n'ai aucun doute que ...

Ik heb de indruk dat ... Het komt me voor dat ...
J'ai l'impression que ...   Il me semble que ...

Ik vrees dat ...  Ik denk niet dat ...
Je crains bien que ... Je ne crois pas que ...

Bent u zeker dat... Zou het niet beter zijn als  ...  Maar wat denkt u van ...
Êtes-vous bien sûr que ... Ne serait-il pas mieux de ...  Mais que diriez-vous de ...

Wat ik echt nodig heb is ...  Het belangrijkste is ... Het zou echt nodig zijn te ... 
Ce dont j'ai vraiment besoin, c'est ...  L'important c'est ...  Il faudrait vraiment ...