Adjectif démonstratif

De MultiGram
Adjectif
 démonstratif 
 Rapproché   Éloigné 
 De-woorden  deze  die
 Het-woorden  dit  dat
Deze stoelen zijn veel zwaarder dan die stoelen daar.
Ces chaises-ci sont beaucoup plus lourdes que celles-là.

Wil je dit of dat boek ? Ik kan ze niet allebei voor je kopen.
Veux-tu ce livre-ci ou celui-là ?  Je ne peux pas t'acheter les deux.

Autres adjectifs

Zo'n (= zo een) auto zou ik nooit willen. Al kreeg ik hem voor niets.
Une voiture pareille, je n'en voudrais jamais. Même si je la recevais en cadeau.

Zulk voedsel kan voor niemand gezond zijn.
Pareille nourriture ne peut être bonne pour la santé de personne.

Met zulke mensen ga ik niet om.
Je ne fréquente pas de pareilles gens.

Dergelijke manieren zijn bij ons niet aanvaardbaar.
De telles manières ne sont pas acceptables chez nous.