Ordre des éléments

Dans la phrase assertive/affirmative, l'ordre des éléments est fixe

• SUJET + VERBE
• SUJET + VERBE + AUTRES ELEMENTS

Selon les types de verbe, on distingue sept schémas ("patterns") de phrase. Les fiches suivantes illustrent ces différentes formules minimales (les éléments obligatoires), dans lesquels d'autres éléments optionnels (par exemple des adverbes) peuvent encore être insérés.

• Sujet + verbe

De zon schijnt. 
Jan fietst.

• Sujet + verbe + attribut (complément du sujet)

Anne is lerares. 
Het lijkt grappig.

• Sujet + verbe + complément circonstanciel obligatoire

Wouter woont in Antwerpen.

• Sujet + verbe + objet

Hij vraagt de weg. 
Hij eet kaas.

• Sujet + verbe + objet 1 + objet 2

Ik geef mijn vriend de krant.
Ik geef de krant aan mijn vriend.

• Sujet + verbe + objet direct + complément de l'objet

Ik vind die huizen mooi. 
Hij noemt dat een fout.
Ze benoemden haar voorzitster.

• Sujet + verbe + objet direct + complément circonstanciel

Pieter steekt het boek in de kast.